De longen

Onze longen zijn erg belangrijk.
Maar hoe zit het precies met onze longen? Hoe werken onze longen?

 
De longen 

De longen bevinden zich in de borstkas, veilig beschermd achter de ribben. De luchtpijp ligt achter in de keel en vertakt zich naar de twee longen, namelijk de rechter- en de linkerlong. Longen bestaan uit kwabben, ook wel lobben genoemd. Je linkerlong bevat twee kwabben en je rechterlong bevat drie kwabben. Elk kwab heeft segmenten die weer bestaan uit kleinere luchtwegen. Deze luchtwegen gaan over in de longblaasjes. 

De luchtwegen

Met je longen haal je adem, je ademt lucht in en uit. Bij het inademen geven je longen zuurstof af aan het bloed. Je longen nemen koolstofdioxide op uit het bloed en deze adem je uit. Dit proces noemen we gasuitwisseling. De uitgeademde lucht bevat naast koolstofdioxide ook zuurstof, stikstof en waterdamp. Van de aanwezige zuurstof wordt maar 1/5e deel gebruikt. In onze luchtwegen vindt alle aanvoer en afvoer van lucht plaats. In eerste instantie begint dit bij de mond, de keel en de neus. Dit wordt ook wel de hogere luchtwegen genoemd. Via de mond en neus gaat de lucht naar de keel. Als de lucht de hogere luchtwegen is gepasseerd, gaat zij naar de lagere luchtwegen. De lucht gaat langs de stembanden in de luchtpijp door naar de bronchiën en daarna naar de longblaasjes. Van deze longblaasjes heb je er miljoenen. De luchtpijp en de bronchiën zijn aan de buitenkant omgeven door spieren die zorgen dat ze kunnen samentrekken. Per dag passeert er ongeveer 10.000 tot 20.000 liter lucht door je luchtwegen.

Verdediging

Je longen zijn zacht en sponsachtig. Dit maakt ze erg kwetsbaar. Dit houdt in dat je longen heel gemakkelijk beschadigd kunnen worden door stoffen en bacteriën. Om dit tegen te houden heeft het lichaam een sterke verdediging tegen schadelijke invloeden van buitenaf, namelijk het slijmvies. Het slijmvlies bekleedt de binnenkant van de luchtwegen. Het zorgt ervoor dat de ingeademde lucht vochtiger wordt. Tevens zorgt het er ook voor dat kleine zwevende stofdeeltjes erin blijven plakken zodat ze je longen niet kunnen beschadigen. De neus speelt hierbij een belangrijke rol. Ook zijn de longen, de luchtpijp en de bronchiën bedekt met een laagje slijm. Toch kan er nog vuil het lichaam binnenkomen.

De trilhaartjes in het longslijmvlies vervoeren dit vuil naar onze keel. Hier komt het in het slijm terecht. Het slijm wordt ingeslikt of uitgehoest. De longen worden zo beschermd tegen vuil wat ingeademd wordt. 

Spieren

Bij het ademen gebruik je enkele spieren. Als je inademt gebruik je het middenrif en de tussenribspieren. Het middenrif speelt een heel belangrijke rol. Het middenrif zorgt namelijk voor ongeveer 2/3e deel van de ademarbeid. Als je heftige ademproblemen hebt, worden de schouder- en halsspieren gebruikt. Bij het inademen wordt de borstholte groter en het middenrif gaat naar beneden door spiersamentrekkingen. Deze vorm van inademen heet de buikademhaling. Een ander vorm is de borstademhaling. Hierbij gaat de borstkas omhoog door de samentrekking van de tussenribspieren. De borstholte zet dan uit en het middenrif trekt samen.
Bij het uitademen worden de buikspieren gebruikt. De buikspieren ondersteunen de uitademing. De borstholte wordt kleiner en de spieren van het middenrif en de tussenrib ontspannen. 

Bronchiën

De luchtpijp is een stevige buis die bestaat uit kraakbeenringen. Deze kraakbeenringen zorgen ervoor dat de buis altijd open staat. De luchtpijp splitst zich, vlak voor de longen, in twee takken. Deze worden de bronchiën genoemd. De bronchiën verdelen zich weer in kleinere takjes. Aan de uiteinden van deze kleine takjes bevinden zich de longblaasjes. 

Longblaasjes

De longblaasjes spelen een grote rol bij het transport van de ingeademde lucht.
Deze zorgen namelijk voor de opname van zuurstof en de afgifte van afvalstoffen (zoals koolstofdioxide). Om de longblaasjes heen bevindt zich een netwerk van kleine bloedvaten, de longhaarvaten. Zuurstof uit de ingeademde lucht lost via de longblaasjes (alveolaire lucht) eerst op in het alveolaire vocht. Dan vindt er diffusie plaats naar het bloed in de longhaarvaten. Het bloed vervoert de zuurstof door het hele lichaam en geeft afvalstoffen terug aan lucht in de longblaasjes. 

 

Wist je dat ...

...je longblaasjes gezamenlijk 100 m² zijn?
Dat is gelijk aan de oppervlakte van een half tennisveld!